-
1 dependant
-
2 scramble
n. geklauter; gescharrel; gegrabbel; gedrang; gevecht, worsteling; motorcross--------v. schudden (kaarten); door elkaar mengen; roeren; worstelen, moeite doen; opzij geduwd wordenscramble1[ skræmbl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————scramble2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 gain one's livelihood
geld verdienen om voor levensonderhoud te zorgen -
4 gain one's living
geld verdienen om voor levensonderhoud te zorgen -
5 bread and butter
n. boterham; levensonderhoud, voor de kost; routineboterham(men); 〈 figuurlijk〉dagelijkse levensbehoeften, levensonderhoud -
6 living wage
-
7 cost of living allowance
aanvullende duurtetoeslag (een aanvulling bij het salaris voor het duurder worden van levensonderhoud)
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский